PRESS | Jeroen Jongeleen

Jeroen Jongeleen in de Volkskrant

Jeroen Jongeleen talked about his exhibition at the Kröller-Müller Museum in de Volkskrant. Read the interview in Dutch:

 

Performancekunst, stadsactivisme en buitenspelen: Jeroen Jongeleen rent perfecte rondjes

Museum Kröller-Müller toont zes op drone opgenomen video’s uit de serie ‘Running in circles’ waarmee kunstenaar/hardloper Jongeleen onvervalst anarchistisch vandalisme eert.

 

Wie op een winterse dag in januari 2020 door het Hippodrome de la Prairie-park in de Franse stad Caen was gelopen, had een vijftiger kunnen zien die eindeloos haast perfecte cirkels rent: springend over een sloot, soms struikelend, in gedachten verzonken. Dat patroon rent hij in totaal tachtig uur, tot er een pad in het gras is uitgesleten.

 

Wie was blijven kijken, had gezien hoe hij tijdens een van de sprongen over de sloot uitglijdt, tegen de kant knalt, zijn arm breekt en in het ijskoude water valt. Waarna hij, nat en gewond, gewoon zijn rondjes vervolgt. De hardloper is beeldend kunstenaar Jeroen Jongeleen (53). Hoog boven hem hangt een drone die zijn rondjes haarscherp filmt.

 

In de expositie Running in circles in het het Kröller-Müller Museum laat Jeroen Jongeleen zes vrijwel perfect uitgesleten cirkels zien. ‘Soms ren ik vijftien uur per cirkel, soms tachtig en een enkele keer slechts een kwartier’, vertelt hij in zijn atelier in Rotterdam-Zuid. ‘Ik gebruik op bijzondere en vaak ontoegankelijke plekken mijn voeten om een cirkelvormig spoor vast te leggen. Van een Natura 2000-gebied tot een afgesloten haventerrein.’

 

Het resultaat zijn groeven in een landschap. Zijn laatste rondes filmt hij van grote hoogte. Jongeleen is te zien als piepklein figuurtje in beeld, zijn mentale en fysieke beproevingen blijven onzichtbaar. ‘De cirkels zijn een commentaar op kapot gereguleerde steden waar de burger slechts een consument is, die zijn stempel niet op het landschap mag drukken’, legt hij uit. Hij begon als puber met graffitikunst: Running in circles is onvervalst anarchistisch vandalisme. ‘Het is een statement tegen de gemeente, tegen de bureaucratie, tegen de regelgeving.’

 

Niet eens zo lang geleden was hij een Rotterdamse straatkunstenaar, die beslist geen lange afstanden kon hardlopen. Hij maakte laagdrempelige kunst die de openbare orde aan de kaak stelt. Tijdens de bezuinigingsrondes van Rutte I (2011) bekladde hij Museum Hilversum met teksten van GeenStijl (‘De enige goede kunstenaar is een dode kunstenaar’).

 

‘Ik wilde de maatschappij een spiegel voorhouden over haar houding richting de kunsten. Terwijl ik de publieke ruimte aanschouwde, vastlegde en doorleefde, raakte ik langzaam gefascineerd door de afsnijweggetjes die mensen nemen door parken, waarbij ze de keurig aangelegde paden links laten liggen. Ik wilde zelf zo’n olifantenpaadje maken, een ode aan de anarchist in elk mens. Iedereen gebruikt die paadjes, van de punker tot de voorman van de SGP.’

 

In eerste instantie zet hij zijn zinnen op een olifantenpaadje in gras. ‘Voor dat zichtbaar wordt, ben je zo’n vier uur aan het hardlopen. Zo lang doet een getrainde hardloper over de Rotterdam Marathon. Maar ik was helemaal geen getrainde hardloper. Ik rookte en ik dronk. Kortom: het was een stom idee.’

 

Toch blijft het idee twee jaar sudderen, tot zijn broer hem meetrekt tijdens zijn hardlooprondje. ‘Dus ik ploeterde op skateschoenen achter hem aan. Hij had me voor de maand erop ingeschreven voor een prestatieloop van vijftien kilometer. Ik wilde me niet laten kennen, dus die zomer heb ik getraind. Toen ik de prestatieloop had gerend, dacht ik: ik wil niet stoppen. Ik zag een manier om naar het maken van een olifantenpad toe te werken. Dus ik heb me ingeschreven voor een halve marathon.’

 

Jongeleen krijgt de smaak te pakken. Na een halve marathon volgen een hele en zelfs een dubbele marathon. Uiteindelijk rent Jongeleen in één keer in 24 uur 150 kilometer naar Brussel om een praatje te houden in een galerie. Een klein jaar later jogt hij in twaalf dagen 680 kilometer naar Berlijn. Hij laat de tocht filmen en presenteert de opname als kunstproject. ‘Ik werd steeds meer een hardloopkunstenaar.’

 

Na die absurde afstanden stak het idee van het olifantenpaadje weer de kop op. ‘Ik ben me gaan beperken tot cirkels, dat vond ik de zuiverste vorm. Het was het zwaarste patroon dat ik kon bedenken. Je hebt geen afleiding. Een marathon in de Alpen is zwaar, maar elke stap is een beloning. De banale herhaling van vijftien uur in een rondje rennen is veel slopender.’ De afgelopen twee jaar heeft hij meer dan vijftig cirkels gemaakt.

 

Eén van de zes video’s in Kröller-Müller is opgenomen in de Rotterdamse haven. ‘Bij pijpleidingen en dat soort toestanden. Die dag was een bijtend gas, stikstoffluoride, ongeveer 800 meter verderop gaan lekken. Stikstoffluoride stopt pas met bijten wanneer het je tot je botten komt. Die dag zijn twee havenmedewerkers verbrand omdat ze eraan zijn blootgesteld. Echt hardcore. Ik rende ondertussen een stukje verderop tussen sissende pijpen waar dat spul doorheen stroomde. Ik zoek graag de randjes op, maar als ik dit had geweten, had ik wel een dag gewacht.’

 

In een andere video wordt Jongeleen bijna aangereden door een vrachtwagen. De locaties en de fysieke inspanning zijn ronduit gevaarlijk. De eigenaren van de locaties geven dan ook zelden toestemming. Dus vraagt hij die niet. ‘Een verboden toegang-bord is relatief. Als ik ergens niet mag komen omdat er radioactief afval ligt, snap ik dat. Verder laat ik me door weinig tegenhouden. Mijn kunst is dan toch te belangrijk.’

 

Find the original article here.

April 8, 2022